Chef-Boutonne: tussen bron en natuur

Terwijl Gui voor de koffie zorgt, rij ik naar de bakker voor verse croissants en brood. Het lukt ons om droog op te breken en na nog een babbel met onze Belgische buren (een gepensioneerde leraar, die net als ons 4 maanden op pad is) is het tijd om onze trip verder te zetten. We zijn amper weg, of het beloofde regenweer is er en zal ons vergezellen tot op onze nieuwe bestemming.

Als geroepen hebben we op de middag een fijne ruime parking voor onze lunch. Het hinterland van de Vendée is mooi glooiend, en we genieten, ondanks de regen, van een fijne rit. Er is weinig tot geen verkeer en het is een goede baan. Rond 15u zijn we op onze bestemming aangekomen, en na wat sms’en en bellen, krijgen we de code van de slagboom. Bij de receptie maken we kennis met de Engelse eigenaar, een supertoffe man, en heel vriendelijk. Het is een heel kleinschalige camping, we denken zowat 20 plaatsen, maar zeer ruim en mooi gelegen. We kiezen ons een plek naast de Boutonne. En heel gek, na ons is het een toestroom van nieuwkomers en na een uur is, op 2 plekken na, alles bezet. De campingbaas weet niet wat hem overkomt, had hij dit nog nooit meegemaakt, zelfs niet in het hoogseizoen. Het blijken wel bijna allemaal doortrekkers te zijn. We zetten ook maar gelijk de luifel op, zodat we droog in en uit kunnen. Het grappige is dat na een uurtje de regen ophoudt en de zon erdoor komt. We hebben zo toch nog een vrij mooie avond.

De regen van de dag komt in de nacht. Gelukkig hebben we hiervan woensdag tijdens de dag niet veel last meer. Zoals al heel de vakantie is het op woensdag supermarktdag. Ditmaal moeten we wel naar Ruffec, toch zo’n dikke 25 km, maar onderweg zien we al heel wat mooie dorpjes, om tijdens de komende week te gaan verkennen.

De E.Leclerc is vrij nieuw en veel netter dan in Saint-Gilles-Croix-de-Vie. We horen er alleen maar Engels spreken. Dit komt voornamelijk omdat deze streek zeer geliefd is bij Engelsen. ’t Is een flink eind in de namiddag voor we terug zijn en alles hebben opgeborgen. De camping is al wat leger en tegen donderdag blijven we nog met 2 caravans over, Engelse en wij.

Donderdag begint het wolkendek open te breken en gaan we stilaan terug naar zomers weer. De ochtend fietsen we naar de bakker, een andere dan dinsdag, want die was wat tegengevallen. We hebben geluk want er zijn hier nog 2 bakkers in het dorp. Het brood dat we vandaag kopen, ziet er op het zicht veel lekkerder uit. Tijdens de lunch kunnen dit ook bevestigen. Het is een krakend verse, overheerlijke baguette. We kunnen terug buiten eten, en dan smaakt het eens zo goed.

In de namiddag trekken we met de fiets er terug op uit. We gaan Chef-Boutonne verkennen, met al zijn leuke hoekjes, pleintjes en gebouwen. Van de bron van de Boutonne, rijden we door de smalle straatjes naar het dorpsplein, met zijn oude cinema en markthal. Verder gaat het langs de site van de oude rijkswachtgebouwen, langs een Romaanse kerk naar het kasteel van Javarzay. Hier bewonderen we de oude wasplaats en schuur en maken we een flinke wandeling door het mooie park met grote vijver. Van het oude kasteel uit de Renaissance is maar een kleine vleugel origineel. De rest is aangebouwd, wat voor een grote stijlbreuk zorgt. Jammer wel!

Na de fietstocht genieten we aan de caravan van een kom verse kersen. Daarna is het tijd om het het zwembad te testen. Omdat het nog steeds rustig is op de camping hebben we het voor ons alleen. Het is echter wel een buitenbad maar gelukkig is het verwarmd. Hiervan gaan we de volgende dagen nog deugd hebben. We denken hier toch tot einde van volgende week te blijven. Dan zullen we stilaan een weg naar boven moeten uitstippelen, omdat het einde van onze vakantie stilaan in zicht komt.