Frankrijk 2020: Week 5: ALBI en CORDES AU CIEL (21/25 september)

De wolken zijn er , en vanochtend is het flink wat frisser. We zullen het vermoedelijk vandaag niet droog houden. Onze nieuwe bestemming is de omgeving van Albi en Cordes au Ciel , het begin van onze ontdekkingstocht van de geschiedenis van de Katharen. Het landschap is zeer afwisselend, met vergezichten langs alle kanten. Vandaag vallen ook de wolkenpartijen op , boeiend om te zien, maar waar af en toe fikse buien uitvallen.

Cordes sur Ciel

We hebben gelukkig maar een 160 km te rijden, want in de buien is het niet aangenaam rijden. De weg heeft ook heel wat stevige hellingen. Figeac ligt in een put, waar we eerst een lange afdaling moeten doen, en we hebben juist een stortbui, zodat de straten meer kleine rivieren zijn We rijden door sloten water, gelukkig kan je wat uitkijken , zodat er geen mensen langs de kant deze overvloed over hun krijgen. Na Figeac is het weer terug helemaal uit het dal naar boven, wat wel een spectaculair zicht geeft op dit stadje.

Na een picnic op een leuke parking, bereiken we onze eindbestemming in de vroege middag, en breekt de zon er wat door. We hebben een kleinschalige camping, uitgebaat door een NL koppel, waar we warm onthaald worden. We installeren om een plek op de rand, waar we een prachtig uitzicht hebben. We kunnen ons na de installatie nog wat buiten in de zon zetten, maar het avondmaal is toch binnen, en de rest van de avond, krijgen we terug regen.

Hier in de buurt zouden we graag een tochtje maken langs de Bastides en door de Gorges van de Aveyron , Cordes terug bezoeken, een beetje nostalgie, en Albi, de rode stad, onbekend terrein. We duimen dat het weer niet te nat wordt, en dat we Cordes met de fiets kunnen doen.

’t Weer zit niet mee, en dinsdag moeten we een dagje regen uitzitten, maar geen probleem, we kunnen dan wat nagenieten van de voorbije periode. Het klaart wel zo nu en dan uit, zodat we ons toch wagen aan enkele kleine wandelingetjes in de omgeving en een praatje met onze mede kampeerder, we staan hier maar met 2.

Woensdag trekken we naar Albi, omdat we niet goed weten hoe groot de stad is, vertrekken we voor de middag, zodat we een volledige dag hebben. Immers , er is ook een interessant museum te bezoeken. Het is maar een klein half uurtje rijden, en er is geen andere mogelijkheid dan in een betaalparking te gaan staan. Deze zet ons wel onder een plein, vlakbij het historische centrum. We wandelen even terug naar de brug, waar we een mooi overzicht hebben over de oude stad.

Van daaruit wandelen we naar het centrumplein, waar we bijna met open mond de imposante kathedraal bewonderen, opgetrokken uit rode baksteen. We wandelen errond, vooraleer we het gebouw binnenin gaan bekijken. Binnenin zijn de muren vol geschilderd met fresco’s en het is inderdaad overduidelijk dat dit bouwwerk bedoeld was om indruk te maken op de tijdgenoten van een ander gedacht. Er is een parcours met linten uitgezet, zodat je op een Corona veilige manier kan rondwandelen. Net als overal in Albi, is er ook hier maskerplicht.

Ondertussen is het lunchtijd, en het terrasje op het plein ziet er heel aanlokkelijk uit, met een menu aan 14,90. We hebben een plaatsje in de schaduw, en met wat een zicht. De vriendelijke gastheer noteert onze drankjes ( fles rose en de gratis fles water). Je wordt hier super bediend, en krijgt alle tijd om rustig en ontspannen te lunchen. Gui een salade met roquefort, ik eentje met lauwe eend, allebeid de kabeljauw met rijst, gui flan en ik de chocolade moeilleux als dessert. We sluiten af met een koffietje, en zijn net geen €40 armer. Bij ons betaal je hiervoor minstens het dubbele, dus hier in Frankrijk profiteren we ervan.

De namiddag slenteren we via het Magdalenaklooster met een stemmige binnenkoer door de mooie en gezellige straatjes , met onverwachte leuke en typische hoekjes. In de late middag wandelen we naar het bisschopspaleis, waar de permanente tentoonstelling is van het werk van Toulouse Lautrec , de grootste verzameling van zijn werken ter wereld. Eerst gaan we haar de terrassen, die een uitzicht geven op de prachtige renaissance tuin, schitterend onderhouden , en ook hier heb je een zicht op de oude stad, de oevers van de Tarn en de oude bruggen. In de zalen is het een parcours volgen, maar iedereen geeft mekaar ruimte om rustig te kijken en op te nemen. Hij heeft een grote verscheidenheid aan werken, maar de meeste indruk maken toch de posters en de naakten uit dezelfde periode.

Moe maar voldaan verlaten we na enkele uren de tentoonstelling, en genieten van de late middagzon op een terrasje van het uitzicht op de historische gebouwen, terwijl we een yoghurtshake drinken, verfrissend en toch geen al te grote caloriebom. Ook nog een mooi zicht in Albi was de voetgangerszone, waar begonnen was met de actie tegen kanker. Al 1,5 straat had een koepel gekregen van roze paraplus, wat een ongelooflijk zicht is. Blij dat we het gezien hebben, heel apart.

Donderdag wordt weer een zwerfdag door de regio, langsheen verschillende Bastides en landschappen. Via Milhars rijden we door glooiende wijngaarden en zonnebloemvelden (wel uitgebloeid) , richting Gorges van de  Aveyron. In St Antonin Noble Val houden we halt, na eerst een smalle weg langs steile kamvormige rotsen te hebben genomen.

Aveyron & Les Bastides

Het stadje is autoluw, zodat we op ons gemak door de smalle straatjes kunnen slenteren, waar de meeste winkeltjes uitgebaat worden door Artisans, Ambachten en leuke spulletjes, zonder het pure toeristische spul. In 1 van de winkeltjes kan ik het niet laten om een leuke tuniek te kopen, fijn om deze winter te dragen . Na het stadje, komen we direct in de kloof  van de Aveyron terecht, waar de steile rotsen het nauwe gevoel nog benadrukken.

Bruniquel (ook 1 van de mooiste dorpen), Vaour, Larroque, we hebben deze middag een paar stevige klimmen op kasseien te doen. De Bastides zijn kleine versterkte dorpen op een heuvel, maar oh zo mooi. De verschillen zijn groot, sommige zijn klein en amper bewoond en bezocht, en andere zijn mooi gerestaureerd en bewoond, er zijn artisanats en ook nu lopen er wel wat bezoekers rond. Castelnau de Montmirail is ook één van de mooiste dorpen van Frankrijk, en het marktplein heeft prachtige arcades. Extra attractie zijn de oude citroen “geitjes” die er geparkeerd staan. Onderweg moeten we nog remmen voor een hertje, dat plots de weg oversteekt, vraag is wie het hardst verschoot.

Vrijdag is de namiddag voorzien voor een bezoek aan Cordes Sur Ciel, we besluiten toch maar met de auto te gaan, om ineens wat weekendboodschappen mee te brengen. ’t Is ook wat raar weer, storm op komst. We parkeren aan de voet van het stadje, en er staat ons een klim van 800 meter kassei aan 1O% te wachten. Er is amper volk, er zijn wel wat winkeltjes , maar niet echt veel, het authentieke karakter van de Bastide is vrij goed bewaard. Er zijn 3 verdedigingsgordels met poorten, en we voelen dat onze conditie verbetert, we moeten al niet meer zuchten en kreunen. We houden het tempo wel laag.

Er is veel te zien, en we geven onze ogen goed de kost. Boven op het kasteelterras heb je een machtig uitzicht op de omgeving, je zag de vijand al aankomen van ver ( Albi is bij helder weer zichtbaar). Het afdalen is door de steile helling en de gladde kasseien  nog moeilijker dan naar boven gaan, en we hebben beneden op het plein dan ook een traktatie verdiend in de vorm van een flinke cappuccino met een makaron.

Terug op de camping, ruimen we de buitenkant op, zodat we morgenvroeg deze niet nat moeten plooien. Er wordt ook stevig weer voorspeld en we staan niet erg beschut. En gelukkig maar , want in de avond steekt een felle wind op, en hevige regens, zodat we om sommige momenten alleen nog oorverdovende gekletter horen en we geschut worden door de stevige wind.

Gelukkig is tegen de ochtend de wind en de regen geluwd, en kunnen we vrij droog vertrekken na  een rustig ontbijt.