Rocamadour: het bedevaartsoord waar Wout Van Aert de tijdrit won

We beslissen niet in 1 trek naar het zuiden te rijden, maar een stukje zuid-west te rijden, richting Clermont Ferrand. Om dan de N840 volgen, door de Volcan.

Dit geeft een zeer mooie rit, door een voor ons nog onbekende streek. We hebben deze streek nog niet eerder bezocht. Het is het regengebied van Frankrijk, maar ooit…

We rijden richting Rocamadour. Hier verbleven we al in een heel ver verleden. Maar het is zo’n mooie streek. Er wordt goed weer voorspeld, dus voor de volgende halte hebben we daar een camping uitgezocht.

Geen fietsstreek voor ons, maar we vinden wel wat te doen. De camping valt heel goed mee, een zeer ruime plaats met zon. Ze loopt wel wat schuin af, maar we kunnen onze blokken steken. Er is een prachtig zwembad en proper sanitair. Het onthaal is zeer vriendelijk. Een leuk extraatje is de gratis en snelle WiFi.

We hebben nog een stukje middag. We gebruiken het om te gaan zwemmen. Er is zowel een binnen- als buitenbad. Beide zijn verwarmd tot 28 graden. Bovendien is er ook buiten nog bubbelbad. Heerlijk! Ook zijn er zeer goede ligbedden en alles is hier ook perfect onderhouden.

De eerste 2 dagen worden ‘dolce far niente’ dagen. We genieten van het heerlijke zonnige weer, de rust en het waterplezier. De camping is nog druk bezet, en het is hier een komen en gaan.

Vrijdag is het weer wat minder. Dus besluiten we een uitstapje te maken richting noordwest. Zo rijden we door het mooie landschap van de Dordogne. Het is nog wat te vroeg voor de notenoogst. Jammer, want het is hier volop de streek. We bezoeken het mooie stadje Martel, dat sedert dit jaar ook een “plus beau village” is. De gebouwen zijn mooi onderhouden, het is zeer sfeervol en er is veel groen. Alle straatjes komen uit op het centrale plein, met een mooie markthal. Het binnenplein van het stadhuis is ook de moeite waard. Het verbaast ons dat er toch niet veel volk rondloopt. We sluiten de middag af met een lekkere café crème op het plein en genieten nog van het mooie uitzicht.

Zaterdag trekken we de andere kant uit, en bezoeken we andere stadjes uit het boek nl. e en Autoir. Beide zie je vanuit de verte op een hoogte liggen. Ze zijn het waard om er een wandelingetje door te maken. Het zijn geen grote sites, maar je waant je zoveel eeuwen terug in de tijd. De weg tussen beide stadjes is ook nog het oude karrespoor van vroeger. Gelukkig moeten we maar 1 keer een heel stuk achteruit om een auto te laten kruisen.

Autoire heeft toch beetje een andere sfeer. Het is, denk ik, ook iets ouder. Het ligt in een cirque (omringd door rotsmuren), en er staan enkel maar enorm grote gebouwen. Ook een vervallen spookachtig kasteel, dat het geheel wel een apart tintje geeft.

We sluiten de middag af in het zwembad, nemen een douche en ’s avonds gaan we in het restaurant van de camping een hapje eten. We krijgen een lekkere schotel met krakende frietjes, en een burger van eend, met een apart deksel van bladerdeeg gevuld met verse tomaatjes en gesmolten kaas. Apart maar heel lekker. Dit bijgestaan met een wijntje van de streek. Mooie afronding van een fijne week.

Maar zondag is het hoogtepunt. In Rocamadour is dit weekend de Montgolfiades. Dit is een festival van luchtballons, die in de vallei voor de middeleeuwse site opstijgen. Er zouden bijna 30 deelnemers zijn. Het weer is echter wisselvallig. Zaterdag was het niet echt ok, en nu staan we op met flinke mist.

We besluiten om na de middag te vertrekken, en we vinden gemakkelijk een plaats op de aangeduide parkings aan de rand, want de hele site is autovrij. We komen boven aan, en daar zou je het mooiste zicht hebben, maar het is nog vroeg en we wandelen via de chemin sacrée naar het middeleeuwse centrum aan de voet van de rots. Er is volk, maar best nog te doen, en onderweg vinden we een goede spot voor straks.

Ondertussen is de zon toch doorgebroken, en wordt het zelfs nog een warme zonovergoten middag. Trui uit dus, jammer dat het toen we vertrokken geen bermudaweer was. Het centrum zelf heeft een hoog Mont-Saint-Michel-gehalte, maar toch leuk om door te wandelen. Hier is wel een massa volk. Vele tientallen jaren geleden zijn we de pelgrimstrappen tot helemaal boven opgegaan, dat laten we nu over aan anderen. Ik vraag aan een gendarme waar we het best kunnen staan om het mooiste zicht op de luchtballonnen en de site te hebben. Hij verwijst ons naar de chemin of de corniche, zo hoog mogelijk, waar je zicht hebt op de smalle vallei en de steile stadswand. Onze plek die we in gedachten hadden, is dus top. We moeten dan wel in de volle zon de hele klim terug naar boven doen, maar het valt goed mee. Op ons plekje staat nog niemand als we er aankomen. Op andere plekken beginnen nu, rond 15.30 uur, al wel veel volk te lokken. Het is nog tot 17 uur wachten voor het begin. Maar we willen wel een toplocatie hebben om alles goed te bewonderen. Van onze plek kunnen we beide velden zien waar de luchtballonnen klaargemaakt worden en opstijgen. Tevens is heeft onze locatie een schitterend zicht op de vallei en op Rocamadour. Gui houdt de wacht en ik wandel nog even tot boven om wat drankjes te kopen. We hadden niet gedacht dat het nog zo warm zou worden. Uiteindelijk wordt het bijna 18 uur voor het spektakel begint. Maar het was de moeite waard om uren te staan en te wachten. We hebben een schitterend zicht op de luchtballonnen die vol warme lucht worden geblazen en langzaam opstijgen. Prachtig zo als achtergrond het groen van de omgeving, het stadje en de felblauwe lucht. Onvergetelijk.

De kleurrijke ballons, sommige ludiek (een olifant, Obelix, een eendje, … ), maken van deze namiddag een onvergetelijk evenement, waar we nog lang zullen aan terugdenken. Na het spektakel is het wel een file van mensen naar de parkings. Daarna gaat het ook traag de vallei uit. Er zijn namelijk maar 2 toegangswegen.

Op de camping is het onthaal al gesloten als we terug komen uit Rocamadour. Het afrekenen zal dus voor morgenvroeg zijn. We breken de buitenkant nog op, want morgen rijden we richting Junas (Nîmes).